Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs – Agentschap Telecom – 2017

Vergunningen voor radiozendamateurs

(bron: Agentschap Telecom website)

Een vergunning is verplicht voor relaisstations, bakens en hogere zendvermogens. Op deze pagina leest u welke regels dan van toepassing zijn.

Relaisstations en bakens

Een relaisstation ontvangt signalen en zendt deze opnieuw uit. Radiozendamateurs kunnen door verbinding te maken via het relaisstation hun communicatiebereik vergroten en experimenteren met nieuwe technieken. De beheerder van een relaisstation heeft voor het gebruik altijd een vergunning nodig. De vergunningen zorgen ervoor dat duidelijk is waar de relaisstations staan en wie ervoor verantwoordelijk is. Het agentschap plant de antennehoogte, de frequentie en het uitgestraalde vermogen en stemt dit af op omliggende stations in binnen- en buitenland.Bakens zijn bedoeld om vast te kunnen stellen of er propagatie is naar een bepaald punt op de wereld in een bepaalde frequentieband. Als het baken te horen is, is deze propagatie aanwezig. Ook voor het gebruik van bakens heeft de houder een vergunning nodig.

Vergunning aanvragen

Een vergunning vraagt u aan met het formulier ‘Frequentieruimte relaisstation/bakenstation’ dat u vindt op onze formulierenpagina.

Hogere zendvermogens

Radiozendamateurs met een F-registratie kunnen een vergunning aanvragen om met een hoger zendvermogen te mogen zenden dan het maximale zendvermogen dat met een registratie is toegestaan (maximaal +6 dB). Hier zijn wel (strenge) voorwaarden aan verbonden. Een hoger vermogen kan alleen worden toegestaan in de frequentiebanden waar het gebruik door radiozendamateurs een primaire status heeft. De veldsterkte mag de EMC-normen ter bescherming van storing in apparatuur niet overschrijden. De ICNIRP-blootstellingslimieten (de maximale waarden aan waar een persoon aan mag worden blootgesteld) mogen niet worden overschreden op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn.

Meer weten?

Lees de Gedragslijn Vergunningen Radiozendamateurs Versie 1.0 15 03 2017. Deze gedragslijn vervangt per 1 april 2017 de Beleidsnotitie Onbemand Frequentiegebruik.